Tijdens het praktijkleren is goede begeleiding noodzakelijk voor het leerproces. Daarnaast zijn er verschillende momenten waarop toetsing plaatsvindt. Tijdens deze begeleiding en toetsing spelen de mentor en schoolopleider een belangrijke rol. Op deze pagina vind je alle informatie voor het creëren van een goede leeromgeving.
Algemene informatie (praktijkleren)
Bekijk onze interactieve infographic om meer zicht te krijgen op de structuur en inhoud van het gehele voltijd curriculum.
Studenten ontwikkelen zich binnen het praktijkleren aan de hand van de bekwaamheidseisen. Op basis van de ontwikkeling van de student en de context van de partnerschool neemt de complexiteit, verantwoordelijkheid en zelfstandigheid in het praktijkleren toe. In het eerste jaar starten studenten na drie weken met het praktijkleren. Vanaf dat moment is de student minimaal één dag per week actief in de praktijk. Zie de jaarplanning op welke dagen en welke stageweken de studenten actief zijn in de praktijk. Een uitgebreide beschrijving van het praktijkleren per fase is voor partners te vinden via de linkjes onderaan elke POO nieuwsbrief.
In de jaarplanning vind je een overzicht van de stagedagen en –weken voor alle varianten en fasen, incl internationale studenten.
Op de partnerschool leren de studenten niet alleen van één mentor en in één groep, maar we stimuleren studenten om zich breder te oriënteren in de school. Een goede oriëntatie helpt aanstaande leerkrachten zicht te krijgen op wat een school te bieden heeft en invulling te geven aan de eigen leerweg.
Voor de oriëntatiefase kan gebruik gemaakt worden van oriëntatiekaarten (zie verderop op deze pagina) en de activiteitenlijst leren buiten de groep. Bekijk hier de video over het werken met oriëntatiekaarten.
Het lectoraat Samen Opleiden & Professionaliseren doet onderzoek en ontwikkelt activiteiten rondom de oriëntatiefase. Om 'oriënteren om te leren' te bespreken op school hebben zij o.a. een praatplaat ontwikkeld. De praatplaat en meer achtergrondinformatie vind je op de pagina van het lectoraat.
- Observatie Lesverloop
- Oriëntatiekaart didactisch handelen
- Oriëntatiekaart pedagogisch handelen
- Oriëntatiekaart Aardrijkskunde
- Oriëntatiekaart Beeldende vorming
- Oriëntatiekaart Bewegingsonderwijs
- Oriëntatiekaart Digitale Geletterdheid
- Oriëntatiekaart Drama
- Oriëntatiekaart Geschiedenis
- Oriëntatiekaart Godsdienst en Levensbeschouwelijke Vorming
- Oriëntatiekaart Muziek
- Oriëntatiekaart Onderwijskunde en Pedagogiek
- Oriëntatiekaart Taal
- Oriëntatiekaart Wiskunde
- Oriëntatiekaart Samenwerken met Ouders
- Oriëntatiekaart Natuur, Milieu en Techniek
- Oriëntatiekaart Leesomgeving
- Oriëntatiekaart Sociaal Ondernemen
Bij het opleiden van studenten spelen de bekwaamheidseisen en dialoogkaarten een belangrijke rol. Daarom is er een interactieve tool ontwikkeld waarin de dialoogkaarten en bekwaamheidseisen op alle niveaus opgenomen zijn, zodat deze op een handige manier terug te vinden zijn voor studenten, mentoren, schoolopleiders en docenten. Scan de QR-code hieronder of klik op deze link en sla de app op, zodat je hem altijd bij je hebt op je telefoon of tablet.
Binnen het partnerschap hebben we duidelijke afspraken gemaakt over hoe we studenten goed kunnen begeleiden en wanneer ze zelfstandig en betaald voor de groep kunnen worden ingezet. Bekijk alle afspraken en richtlijnen.
Begeleiden en beoordelen van studenten
De mentor is in de dagelijkse praktijk degene die de student het meest direct begeleidt. De student overlegt met de mentor over de te geven lessen. Om samen boeiende lessen te ontwerpen kan gebruik gemaakt worden van de routekaart voor de mentor en de routekaart voor de student. De student maakt gebruik van het lesvoorbereidingsformulier en deelt dit met de mentor. Hierin geeft de student ook aan op welke punten hij specifiek feedback wil ontvangen. Tijdens de les observeert de mentor en geeft feedback op het feedbackformulier dat de mentor ontvangt (voor VT studenten gaat dit via Scorion). Het feedbackformulier wordt door de mentor en de student besproken. Daarnaast kan in de begeleiding gebruik worden gemaakt van de dialoogkaarten passend bij de verschillende bekwaamheidseisen. De dialoogkaarten zijn ook te vinden in de praktijkapp.
De schoolopleider is ook betrokken bij de begeleiding van de student. De schoolopleider begeleidt situationeel. De schoolopleider bezoekt per student minimaal één (deel van een) les per semester.
Voor meer informatie over de begeleiding verwijzen we door naar de nieuwsbrief van het partnerschap waarin maandelijks de link is opgenomen naar informatie over praktijkleren voor voltijd, deeltijd en de driejarige pabo.
Semesterbrieven
De Marnix Academie voorziet voor de begeleiding van studenten in het voltijdscurriculum ieder half jaar in zogenoemde semesterbrieven. Middels deze brieven kun je als begeleider van de student een beeld te krijgen van het leerproces (met de bijbehorende leertaken) van de student in het onderwijs op de Marnix Academie.
Lesson study
Het praktijkleren vormt een integraal onderdeel van de opleiding tot leerkracht. Toch kan het voor studenten soms een uitdaging zijn om dat wat ze ervaren en leren op de opleidingsinstelling te verbinden met dat wat ze ervaren en leren in de praktijk. Het is belangrijk dat leerkrachten samen de regie nemen over de kwaliteit van het onderwijs op de school. Lesson Study kan het vehikel zijn om dit met elkaar te onderzoeken. Om deze reden heeft Lesson Study ook een plek in het (voltijd)curriculum van de Marnix Academie gekregen en wordt actief de samenwerking gezocht met het partnerschap. Meer informatie over Lesson Study vind je op de website: https://www.marnixlessonstudy.nl/
Beeldcoaching
Op het moment dat de ontwikkeling van de student stagneert of dat hij tegen hardnekkige problemen aanloopt in het praktijkleren op bijvoorbeeld het gebied van orde, klassenmanagement of vakdidactisch handelen, dan kan beeldcoaching een manier zijn om de student te ondersteunen. Beeldcoaching is een manier van coaching die gebruik maakt van de kracht van beelden, filmopnames in de klas, waardoor de student letterlijk (anders) naar zijn eigen handelen gaat kijken. Als, na een intakegesprek, besloten wordt dat beeldcoaching een goede mogelijkheid is om je verder te ontwikkelen, dan komt de beeldcoach ongeveer drie keer op school filmen. De student bespreekt de filmopname steeds met de beeldcoach en formuleert dan nieuwe werkpunten. Er zijn per jaar slechts een beperkt aantal beeldcoachtrajecten beschikbaar.
Viermaal per schooljaar is er een moment om met elkaar de voortgang te bespreken. Halverwege het eerste semester vindt de tussenevaluatie plaats. Aan het eind van het eerste semester vindt het voortgangsgesprek plaats. Halverwege het tweede semester vindt wederom een tussenevaluatie plaats. Aan het eind van het tweede semester vindt de beoordeling praktijkleren plaats (voor deeltijd en DP); in de voltijd vindt er aan het eind van het tweede semester weer een Voortgang Praktijkleren plaats.
Voor de planning van alle toetsmomenten, zie het kopje Jaarplanning. Voor de inhoud van de evaluatie-, voortgangs- en beoordelingsmomenten verwijzen we partners door naar de linkjes onderaan elke nieuwsbrief van het partnerschap.
Beluister ook eens de podcastaflevering 'wanneer is een voortgangsgesprek een positieve ervaring' voor tips bij het voeren van een voortgangsgesprek. Deze kun je vinden onder het kopje professionalisering en inspiratie.
Digitale feedbacktool Scorion
Studenten uit VT1, VT2 en VT3 werken met de digitale feedbacktool Scorion. De begeleiding en beoordeling in de praktijk vinden ook plaats in Scorion. Wil je weten hoe de ontwikkeling van een student zichtbaar wordt gemaakt in Scorion? Bekijk dan onderstaande filmpjes.
- Zicht op Scorion Praktijkleren VE
- Zicht op Scorion Onderwijseenheden en dashboard VE
- Zicht op Scorion Studentleerplan VE
- Programmatisch toetsen
- Toelichting Scorion mentor en schoolopleider
- Toelichting Scorion mentor en schoolopleider deel II
Signalering stagnerende ontwikkeling
Wanneer er zorgen zijn over de ontwikkeling van de student in het praktijkleren wordt door de schoolopleider het formulier ‘Signalering stagnerende ontwikkeling’ ingevuld.
Veerkracht helpt bij het om kunnen gaan met lastige/moeilijke situaties, wat zich uit in uithoudingsvermogen, vastberadenheid, zelfbewustzijn en zelfverzekerdheid. Het lectoraat SO&P heeft samen met studenten de leerkracht veerkracht toolkit ontwikkeld. De tools in de Leerkracht Veerkracht Toolkit zijn voor, door en met (aanstaande) leerkrachten ontwikkeld, waarbij er is gedacht vanuit situaties op de hogeschool en in de stage.
LIO
Onder een LIO wordt verstaan de Voltijd 4-student van de Marnix Academie die wordt benoemd of aangesteld op een leerarbeidsplaats bij een partnerschool. Wanneer een student als LIO aangenomen wordt dienen duidelijke afspraken gemaakt te worden die worden vastgelegd in een tripartiteovereenkomst.
Gulden Middenweg
Een deeltijdstudent die het Gulden-Middenweg-traject volgt, is een student die in de praktijk voldoende vaardig is om onder supervisie verantwoordelijkheid te dragen voor een groep. Om deel te kunnen nemen aan dit traject dienen de volgende mijlpalen te zijn behaald:
- Student heeft een hbo/wo bacheloropleiding afgerond;
- De propedeuse (DT1) is behaald
Als deze mijlpalen zijn gehaald, kan de student de ‘Geschiktheidsverklaring Gulden Middenweg’ aanvragen en ophalen bij de studentenadministratie. Deze mijlpalen garanderen (voor zover dat kan) dat de student vanaf het moment dat de mijlpalen zijn behaald de opleiding binnen 2 jaar kan afronden. Daarnaast borgen deze voorwaarden dat de student in de praktijk voldoende vaardig is om onder supervisie verantwoordelijkheid te dragen voor een groep.
Bij dit traject hoort een tripartite-overeenkomst met twee bijlagen, namelijk de geschiktheidsverklaring (zie hierboven) en het begeleidingsplan. Het begeleidingsplan wordt opgesteld door de begeleiders op de partnerschool. Hierin staan de afspraken over de begeleiding in de praktijk. Voor de Gulden Middenweg-student wordt er binnen de school een leerkracht-coach aangesteld die de student begeleidt en hier aantoonbaar tijd voor heeft.
De tripartite-overeenkomst is een overeenkomst tussen de student, de Marnix Academie en de school en beschrijft de rechten en plichten van de drie partijen. De tripartite-overeenkomst wordt namens de Marnix ondertekend door de instituutsopleider.
Beoordeling van dit traject vindt plaats op dezelfde momenten en met dezelfde formulieren als bij het praktijkleren Deeltijd. De schoolopleider van de school beoordeelt de GM-student.
Als de student geen afgeronde hbo/wo bacheloropleiding als achtergrond heeft, dan kan de student niet aangesteld worden als leerkracht, maar wel als lerarenondersteuner. Hij draagt dan geen groepsverantwoordelijkheid.
Zij-instroom
Internationale studenten
Incoming
Studenten uit het buitenland volgen binnen de Marnix Academie een half jaar onderwijs en lopen één dag per week stage op een partnerschool. Deze studenten hebben een apart beoordelingsformulier: het assessment form internship.
Outgoing
Met de minor Studeren Buitenland gaat een student een semester studeren bij een buitenlandse partner-hogeschool. Deze minor kan de student doen tijdens semester 6 of 7. Voor studeren in het buitenland door middel van de minor Studeren Buitenland is toestemming van de examencommissie noodzakelijk. Als de student tijdens semester 6 of 7 naar het buitenland gaat, dan neemt hij geen deel aan het praktijkleren in Nederland. Concreet betekent dit dat hij ook niet deelneemt aan Voortgang Praktijkleren 6 of Voortgang Praktijkleren 7.
Crossing borders
Als een student de minor Crossing Borders doet, dan loopt hij/zij als onderdeel van deze minor ongeveer 3,5 maand stage op een basisschool in het buitenland. Deze minor kan de student doen tijdens semester 6 of 8.
De student mist dan dus een periode op de Nederlandse basisschool, maar hij/zij moet wel voldoen aan de afstudeereisen die door de Marnix Academie zijn gesteld.
Als de student tijdens semester 6 naar het buitenland gaat door middel van de minor Crossing Borders, dan neemt hij niet deel aan het praktijkleren in Nederland. Dat betekent dat hij ook niet deelneemt aan Voortgang Praktijkleren 6.
Als de student tijdens semester 8 naar het buitenland gaat door middel van de minor Crossing Borders, dan neemt hij niet deel aan het praktijkleren in Nederland. Dat betekent dat hij bij Voortgang Praktijkleren 7 al het deeladvies praktijkleren afstudeerfase laat invullen. Als je bij Voortgang Praktijkleren 7 nog niet alle bekwaamheidseisen zijn eigengemaakt, zal er een verlenging van het praktijkleren plaatsvinden op een partnerschool nadat de student terug is uit het buitenland. Per situatie zal met de student, schoolopleider en instituutsopleider bekeken worden hoe dit wordt vormgegeven.
Praktijkminoren
In het aanbod van minoren zijn er drie minoren die een bijzonder praktijkgericht karakter hebben. Voor deze zogenaamde praktijkminoren vinden bijeenkomsten met regelmaat plaatst op partnerscholen (in de praktijk), omdat juist hier de kennis en vaardigheden aanwezig zijn die centraal staan bij de minor.
Minor vrijeschoolonderwijs
In de minor Vrijeschoolonderwijs leert de student om vanuit het perspectief van de vrijeschoolpedagogiek en het antroposofisch mensbeeld, naar kinderen te kijken en onderwijs te ontwerpen. Tijdens het werken aan onderzoekend vermogen, het leren kennen en toepassen van vrijeschoolpedagogiek en het specifieke van het vrijeschoolonderwijs, werkt de student aan eigen vaardigheden die nodig zijn om dit onderwijs vorm te geven. De vrijeschool heeft een lange traditie, ontstaan in de tijd van de reformpedagogen (1920). Honderd jaar later is dit concept nog steeds heel actueel: de vrijescholen in Nederland groeien. Hoe staat dit concept in deze tijd, met welke vragen ziet de vrijeschool zich geconfronteerd? Deze minor is een praktijkminor: ontwikkeld samen met de vrijescholen binnen het partnerschap rond Utrecht. Dit betekent dat we veel gebruik maken van de expertise in de praktijk.
Beeldmateriaal van de Vereniging van vrijescholen:
kort: https://www.youtube.com/watch?v=Ylonc2lj3fg
lang: https://www.youtube.com/watch?v=Vb4mzQ-rgRs&t=1s
Beeldmateriaal van de Vrijeschool Delft:
https://www.youtube.com/watch?v=b2e8Lf0rzDU
Oud-student deelt filmpjes over haar werk op de Vrijeschool: https://www.tiktok.com/@guilin.d/video/7446083370972400918
Veel aanvullende informatie is te vinden op www.vrijescholen.nl
Minor Gespecialiseerd onderwijs
Binnen het programma Utrecht Leert Vernieuwend Opleiden (ULVO), dat valt onder Onderwijsregio Utrecht-Stad, werken opleiders vanuit verschillende opleidingsinstituten (MBO, HBO, Universiteit) en het onderwijsveld, sociaal en brede jeugddomein samen aan het ontwikkelen van vormen van vernieuwend opleiden. Zo heeft het ULVO-programmateam, ook in afstemming met Utrecht Leert, werkpakket Gespecialiseerd Onderwijs (GO), gewerkt aan de ontwikkeling van de voltijdminor Gespecialiseerd en Praktijkonderwijs. Studenten volgen onderwijs op een school van Auris, Kranenburg (praktijkonderwijs), De Kleine Prins en SBO de Keerkring. Ook worden er gastcolleges gegeven door collega's van het samenwerkingsverband, de Fritz Redl school en het Prinses Maxima Centrum.
De minor is gericht op het ontwikkelen van kennis en vaardigheden die nodig zijn in het gespecialiseerd onderwijs, maar ook voor het bieden van inclusief onderwijs. Ook voor het regulier onderwijs is het belangrijk dat toekomstige leerkrachten deze kennis en vaardigheden ontwikkelen. De studenten van deze minor voeren het praktijkleren uit op een school voor gespecialiseerd onderwijs of praktijkonderwijs uit het partnerschap.
Gespecialiseerd Onderwijs - Utrecht Leert
Home - Gespecialiseerdonderwijs
Minor Urban Education
Deze minor is ontstaan vanuit Leerpracht, een unieke samenwerking tussen de Brede School Overvecht, de twee lerarenopleidingen in Utrecht (Marnix Academie en Hogeschool Utrecht) en de universiteit Utrecht. Het minor ontwikkelteam bestaat uit studenten, leraren, een schoolopleider, een schoolleider vanuit de onderwijspraktijk en lerarenopleiders van de beide lerarenopleidingen.
Tijdens deze minor krijgen de studenten naast de stage op scholen in grootstedelijke context, theorie aangeboden over grootstedelijk onderwijs. Aan bod komt o.a. cultuursensitief lesgeven, meertaligheid en interculturele communicatie. De lessen tijdens deze minor worden afwisselend op de opleiding en op basisscholen gegeven. Zo willen we studenten enthousiasmeren en eraan bijdragen dat zij met meer zelfvertrouwen en kennis kunnen starten in de scholen.
Gelijke Kansen Alliantie | Gelijke kansen
Startende leerkracht
Het goed begeleiden van startende leerkrachten is in het belang van leerlingen, de leerkracht zelf en de schoolorganisatie. Startende leerkrachten staan voor veel nieuwe uitdagingen. De projectgroep Versterking Samenwerking; startende leerkrachten is tot stand gekomen binnen de samenwerking tussen partnerbesturen en de Marnix Academie.
De projectgroep heeft op basis van onderzoek in de literatuur en praktijk zogenoemde gouden condities vastgesteld die van belang zijn voor de begeleiding van startende leerkrachten. Deze zijn vertaald naar Kwaliteitskaarten en checklists voor elke rol die betrokkenen vervullen bij de begeleiding van de starter.
De set bestaat uit kwaliteitskaarten en checklist voor:
- De startende leerkracht zelf;
- Een mentor/maatje;
- Een coach;
- De schoolleider/locatieleider;
- De bestuurder van de schoolorganisatie.
Deze kaarten en checklists bevatten tips en geven de verschillende betrokkenen handvatten om hun rol in de begeleiding van startende leerkrachten effectief vorm te geven.
De set kaarten is gerealiseerd vanuit de subsidieregeling Versterking Samenwerking lerarenopleiding en Scholen.
Coach startende leerkrachten
Binnen het Marnix Onderwijscentrum wordt een cursus aangeboden voor het begeleiden van startende leerkracht. Lees er hier meer over.
Masterclasses young professionals
Het Marnix Onderwijscentrum biedt verschillende masterclasses voor jonge professionals. De masterclasses bieden de startende leerkracht praktische handvatten voor de dagelijkse praktijk. Meer informatie vind je op de pagina’s van de verschillende masterclasses waar je bijvoorbeeld alles kunt vinden over de Masterclass ouders en ik.
Onderzoek
Het lectoraat Samen Opleiden & Professionaliseren (SO&P) levert een bijdrage aan de doorontwikkeling van samen opleiden door het leren van alle onderwijsprofessionals centraal te stellen. We richten ons op het verbinden van het leren in de context van de opleiding en de school door:
- het bouwen aan een samenhangend curriculum met studenten, schoolopleiders en opleidingsdocenten.
- het stimuleren van ontmoeting, dialoog en samen professionaliseren ten dienste van het leren van de onderwijsprofessionals.
- het nagaan van de bevindingen van de lerende leerkracht op zijn proactieve rol als medeontwerper van het leren in twee contexten.
Meer informatie over het lectoraat is te vinden op de lectoraatspagina.
In een Research & Design-groep (R&D-groep) werken leraren basisonderwijs, studenten, docentonderzoekers en een senior-onderzoeker samen aan een onderzoeksvraag uit de praktijk. In de R&D-groepen staat de onderzoekende houding centraal.
In een POO-netwerk Onderzoek en Innovatie worden onderzoeken binnen eenzelfde thema verbonden. De onderzoeken vinden plaats op een school en gaan uit van een vraag van de school. Eén of meerdere leerkrachten van de school werken samen met een docent-onderzoeker en studenten van de Marnix Academie in een onderzoeksgroep.
Ook komend jaar is er ruimte voor scholen om aan te sluiten bij de drie POO-netwerken Onderzoek en Innovatie.
Wil je meedoen met jouw school? Heb je een onderzoeksvraag die aansluit bij één van deze thema’s? Wil je meer weten? Neem contact op met het Marnix Innovatie Centrum via mic@hsmarnix.nl
Professionalisering en inspiratie
Professionalisering
Voortgezette professionalisering: VONC
Verbinden – Opleiden – Netwerken – Creëren. Dit zijn de vier werkwoorden die centraal staan in de VONC-bijeenkomsten. Bij VONC komen opleiders van de Marnix Academie en opleiders uit de partnerscholen bij elkaar om ervaringen te delen, inspiratie op te doen en nieuwe initiatieven te nemen gericht op het maken van Leerrijke Verbindingen tussen opleiding en praktijk.
Dag van het partnerschap
De Dag van het Partnerschap vindt plaats op woensdag 9 april 2025.
Chantal de Fretes en Cindy Teunissen, twee opleidingsdocenten én beiden instituutsopleiders, hebben een podcast gemaakt voor het partnerschap vanuit de gedachte: laten we goede verhalen delen met elkaar waar we van kunnen leren en op deze manier ons partnerschap nog een beetje beter te maken. Iedere aflevering behandelen zij een ander onderwerp en schuift er een inspirerende gast aan bij de podcast om het onderwerp verder uit te diepen. Beluister alle afleveringen!
Aflevering 1: Goede voortgangsgesprekken voeren met een derdejaarsstudent
Voor deze aflevering zijn Cindy en Chantal in gesprek gegaan met derdejaars student Wieke rond de vraag: Wanneer is een voortgangsgesprek een positieve ervaring? Wieke geeft daar een aantal concrete handvatten voor en Chantal en Cindy reflecteren aan het eind op wat zij hiervan kunnen leren.
Aflevering 2: Formatief handelen in het nieuwe curriculum Voltijd met opleidingsdocent Bas Bank
Voor deze aflevering zijn Cindy en Chantal in gesprek gegaan met Bas Bank, opleidingsdocent Rekenen en Wiskunde, en expert in Formatief handelen op de Marnix Academie. Bas neemt ons mee in wat formatief handelen is en hij geeft concrete tips voor het formatief begeleiden van studenten in de praktijk.
Deze podcastaflevering duurt 22 min. Heb je minder tijd? Luister de podcast dan in delen!
0:00-7:45 min Wat is formatief handelen?
7:45-13:00 min Feedback geven in de praktijk
13:16-18:45 min Het voeren van gesprekken en reflecteren met studenten
18:45-22:00 min Nagesprek Cindy en Chantal
Aflevering 3: Ontwikkelingsgerichte feedbackgesprekken met studenten met schoolopleider Esther Oosterveer
Voor deze aflevering zijn Cindy en Chantal in gesprek gegaan met Esther Oosterveer, leerkracht en schoolopleider op de R. de Jagerschool in Woerden. Esther vertelt ons meer over haar gespreksvoering met studenten en hoe zij daarin ontwikkelingsgericht feedback inzet. Deze vorm van feedback wordt met name in de voltijd actief ingezet. De podcast duurt ongeveer 15 minuten.