Bert van Velthooven: “Werken aan inclusief onderwijs vraagt leiderschap met moed”

Bert van Velthooven

Onze collega Bert van Velthooven maakt zich sterk voor inclusief onderwijs en een visie op het geven van onderwijs aan álle leerlingen. Voor het vakblad Basisschoolmanagement schreef hij een artikel over wat werken aan inclusief onderwijs precies inhoudt en wat de rol van de schoolleider hierin is.

Een collectief proces

Schoolleiders hebben een cruciale invloed op de mate waarin een school inclusief onderwijs organiseert en geeft. Zij zullen zich ervan bewust moeten zijn dat de weg naar inclusief onderwijs een collectief proces is dat met vallen en opstaan zal gaan. Ze hebben moed nodig om deze ruimte te geven aan hun team.

We hebben door de jaren heen veel geleerd door de vragen die leerlingen ons stellen. Bijvoorbeeld door de invoering van passend onderwijs. Welke ervaringen waren positief? Welke ervaringen kunnen we delen en verder uitwerken voor ons inclusief handelen in de praktijk? Als schoolleider haal je op wat collega’s in hun praktijk hebben uitgeprobeerd en geleerd. Je waardeert elk initiatief, verkent wat er al goed gaat en geeft ruimte voor nieuwe experimenten en leerervaringen.

Samen met het team bouw je als schoolleider aan de school als inclusieve leergemeenschap. Waar niet alleen leerlingen leren en fouten durven maken, maar waar het team, leerlingen en andere betrokkenen sámen leren. Dit is een leergemeenschap waarin iedereen zich kan ontwikkelen en waarin samen wordt gereflecteerd op wat ervaringen betekenen voor het onderwijs, de school en de volgende stap op weg naar inclusie.

Gedeelde visie

Om te komen tot een inclusieve organisatie werken schoolleiders met hun team aan een gedeelde visie, die aangeeft dat alle leerlingen betekenisvol en kwalitatief onderwijs krijgen. Het is daarbij van belang dat het team zicht krijgt op de eigen diversiteit en beelden bij inclusie. Hierbij kijken we naar onszelf, naar hoe wij ‘de dingen doen’. Als we voor de leerlingen een inclusieve school willen zijn, moeten we ons afvragen hoe inclusief we zelf denken en handelen. Hoe ziet de inclusieve cultuur eruit bij ons op school? Hoe open en eerlijk zijn we naar elkaar toe? Op welke manier creëren wij voor iedereen de mogelijkheid om talenten zoveel mogelijk te benutten? Zijn we ons bewust van de diversiteit binnen ons eigen team? Hebben we de moed om elkaar aan te spreken op niet-inclusief handelen?

Duurzame systeemverandering

Zeker als je een inclusieve leergemeenschap in bestaande organisaties met bestaande structuren wilt organiseren, kun je tegen grenzen aanlopen. Dit kunnen de grenzen van de organisatie zijn. Maar het kunnen ook de eigen, individuele grenzen zijn. Zoals wat kan ik aan? En wat kunnen mijn collega’s aan? Je hebt als schoolleider dan moed nodig om in te zien dat het realiseren van inclusief onderwijs een morsig en weerbarstig proces kan zijn. Een proces van volhouden en moedig zijn. Het is vooral belangrijk om dit uit te spreken en de gemeenschappelijkheid weer op te zoeken.

Bij het inclusiever maken van onze scholen gaat het erom onze manier van denken, kijken en handelen bespreekbaar te maken. Het gaat er bij het werken aan een duurzame systeemverandering niet omdat we netjes de procedures volgen en komen tot vooraf bepaalde kaders. We kunnen daarvan loskomen door ons open te stellen voor een andere weg, die dynamiek bezit, beweegt en ruimte biedt om te experimenteren en te leren. Hierin heb jij als schoolleider een cruciale rol die moed vraagt om die dynamiek de ruimte te geven.

Lees het hele artikel in Basisschoolmanagement