Hoe interprofessioneel ben jij?

Sinds een paar maanden ben ik betrokken bij twee grote projecten die draaien rondom interprofessioneel samenwerken in de context van het onderwijs. Interprofessioneel samenwerken kan plaatsvinden binnen de muren van de school, tussen onderwijsprofessionals, maar kan ook de grenzen van het onderwijs overstijgen, zoals samenwerking met zorg, welzijn of jeugdwerk in de wijk. De professional van vandaag en morgen heeft niet alleen een stevige vakinhoudelijke basis nodig, maar moet óók goed kunnen samenwerken binnen én buiten de eigen discipline. Hoe interprofessioneel bén jij?
Het ene project waar ik bij betrokken ben heet ISOTOP (interprofessioneel samen opleiden van toekomstig onderwijspersoneel) en draait om het ontwerpen van een leerlijn interprofessioneel samenwerken voor leraren in opleiding (1). Het andere project, Ruimte voor Samenwerking, richt zich op aanpakken van zogeheten ‘wicked problems’, waarbij we bewust inzetten op diverse perspectieven en samenwerking tussen professionals uit verschillende domeinen (2).
Sinds mijn betrokkenheid bij deze projecten lijkt ineens alles om me heen interprofessioneel. De uitspraak van Cruijff – “Je ziet het pas als je het doorhebt” – speelt sindsdien regelmatig door mijn hoofd. Was ik er eerder blind voor, terwijl ik wéét dat goed onderwijs leunt op een breed palet aan professionals? Gebruik ik het interprofessionele perspectief wel bewust in mijn eigen denken en handelen? Mijn antwoord nu: dat kan en moet beter.
Dus ben ik erin gedoken en al snel stuitte ik op interessante concepten zoals:
- Monoprofessioneel: samenwerken binnen dezelfde discipline.
- Multiprofessioneel: samenwerken vanuit verschillende disciplines, ieder vanuit de eigen expertise.
- Interprofessioneel: gezamenlijke samenwerking met een gedeeld doel.
- Transprofessioneel: samenwerking waarbij professionals taken van elkaar overnemen én kinderen of jongeren actief worden betrokken.
Interprofessioneel samenwerken kan plaatsvinden binnen de muren van de school, tussen onderwijsprofessionals, maar kan ook de grenzen van het onderwijs overstijgen, zoals samenwerking met zorg, welzijn of jeugdwerk in de wijk.
Wat deze begrippen duidelijk maken: de professional van vandaag en morgen heeft niet alleen een stevige vakinhoudelijke basis nodig, maar moet óók goed kunnen samenwerken binnen én buiten de eigen discipline. Zo iemand noemen we een T-shaped professional – met diepgaande vakspecifieke kennis (de verticale balk van de T) én brede, verbindende vaardigheden (de horizontale balk).
Kortom: het vraagt veel van (aanstaande) professionals, maar net zo goed van begeleiders, opleiders en onderzoekers zoals ik. Dus terug naar de vraag uit de titel: hoe interprofessioneel bén jij? En als je studenten begeleidt, geef je dan actief voorbeelden van interprofessionele samenwerking? Of beter nog: bied je studenten de ruimte om hiermee te oefenen?
Met de aanhoudende lerarentekorten is het noodzakelijk om de kwaliteit van onderwijs te blijven garanderen. Dat lukt alleen als we breed samenwerken. Want ja – it takes a village to raise a child. Dus: laten we vroeg beginnen met interprofessioneel denken en doen!
Miranda
Meer informatie:
- Ik werk samen met twee collega’s van andere Radiantpabo’s: Carolien van Riwsijk (Iselinge) en Edith ten Berge (KPZ)
- Interprofessioneel opleiden in de praktijk: samen leren, samen doen - Utrecht Leert en’
Vernieuwend opleiden als antwoord op tekort aan onderwijsprofessionals - Utrecht Leert
- Praktisch, lezenswaardig en met veel links naar andere interessante purbliaties: Grenzen-Overbruggen-def-compressed.pdf: Grenzen Overbruggen. Interprofessioneel Opleiden in de praktijk. 2025. Anton Boonen, Carolien van Riswijk, Pettra van Beveren, Bart van Duijn en Trynke Keuning