Naar de hoofdinhoud Naar de navigatie
OpleidingenPabo voltijdTijdens de opleiding

Tijdens de opleiding

Pabo opleiding

Wat houdt leraar zijn precies in en wat is daarvoor nodig? Het is de vraag die centraal staat tijdens de pabo opleiding. Op deze pagina vind je een overzicht van wat je kunt verwachten van je studietijd en wat de Marnix Academie daarbij aan mogelijkheden biedt.

Student in klaslokaal kijkt camera in

Opbouw van de pabo opleiding

In de voltijd opleiding word je in vier jaar opgeleid tot een betrokken, bevlogen en bekwame leraar basisonderwijs. Ieder leerjaar brengt jou dichter bij je doel. Je werkt vanaf het begin van de opleiding aan je ontwikkeling tot zelfsturende onderwijsprofessional. Je hebt zelf namelijk een belangrijk aandeel in je studie: je maakt jouw ontwikkeling zichtbaar in een digitaal portfolio.

Leren van feedback is hierbij in het bijzonder belangrijk. Na afloop van elk semester is er een toetsmoment. Tijdens deze assessments wordt er een oordeel gegeven over het niveau van jouw ontwikkeling, zoals dat zichtbaar is in jouw portfolio. De studiepunten die je hiermee verzamelt leiden uiteindelijk tot jouw diploma leraar basisonderwijs.

Bekijk de visualisatie van de opbouw van de voltijd opleidingOpent in een nieuwe tab:

 

 

1. De propedeutische fase

In het eerste jaar leer je je toekomstige beroep beter kennen. Je oriënteert je op de vijf bekwaamheden van de leraar basisonderwijs en ontdekt dat het beroep meer inhoudt dan alleen ‘voor de klas staan’. Je ervaart of het beroep echt bij je past. De vragen ‘wil ik het’ en ‘kan ik het’ zijn in het propedeutische jaar heel belangrijk. Je neemt de basiskennis en basisvaardigheden tot je die horen bij het beroep van leraar.

Zo ontdek je veel over het leren en de ontwikkeling van kinderen en welke pedagogische, didactische en creatieve bijdrage jij daaraan kunt leveren. Leren van feedback is in deze fase belangrijk. Reacties van bijvoorbeeld docenten, medestudenten en mentor helpen je verder in jouw ontwikkeling naar een goede leraar basisonderwijs.

Tijdens je opleiding werk je elk half jaar (semester) in twee onderwijseenheden. Dit zijn onderwijsprogramma’s waarin verschillende basisschoolvakken aan bod komen rond leertaken die direct aansluiten op de praktijk van het basisonderwijs. Elke onderwijseenheid heeft een duidelijke focus. Deze onderwijseenheden krijg je in het eerste jaar van je studie:

Semester 1

  • ‘Ik als leraar’. De allereerste lesactiviteiten van jou in je nieuwe rol als leraar staan centraal in deze onderwijseenheid. Je groeit onder begeleiding in de verschillende rollen van leraar.
  • ‘Kijken met kinderogen’. In deze onderwijseenheid leer je dat goed onderwijs begint bij de kinderen. Waar worden ze enthousiast van? Hoe denken ze over de wereld om hen heen? Hoe komen ze tot leren?

Semester 2

  • ‘Oog voor elkaar’. Je leert hoe je vertrouwen kunt wekken bij leerlingen, en onderlinge relaties tussen leerlingen kunt versterken om zo bij te dragen aan een veilig pedagogisch klimaat.
  • ‘Doel voor ogen’. Je leert kritisch te kijken naar het onderwijs dat je geeft, aanpassingen te doen en zelf nieuw onderwijs te ontwerpen en te verzorgen.

In de onderwijseenheden wordt gebruik gemaakt van een leerplein als onderwijsruimte. Binnen deze ruimtes werken we in verschillende groepsgroottes. Een dag op het leerplein volgt een vaste structuur:

  • Starten met een check-in en inspiratiemoment voor de hele groep (tot 80 studenten).
  • Werken in kleinere instructiegroepen (ongeveer 25 studenten), vaak in een circuitmodel waarin verschillende onderdelen worden behandeld.
  • Werken aan leertaken in kleine groepen (ongeveer 4 studenten) onder begeleiding van docenten, zogenaamde “leerteamtijd”.
  • Afsluiting met een check-out met terugblikken op de dag en vooruitkijken wat nog volgt.

Naast de onderwijseenheden volg je ‘trainingen eigen vaardigheden’. Denk hierbij aan Engelse taalvaardigheid, muziek of rekenvaardigheid. Ook doe je aan zelfstudie, leer je van toetsen en is er een keuzeaanbod aan extra cursussen. Vanaf het begin van je studie loop je stage op één van onze vele partnerscholen in Midden-Nederland. Je krijgt een eigen stagegroep, maar oriënteert je op de hele basisschool. Een studiecoach ondersteunt jou tijdens je studie en de studiecoachgroep met ongeveer 12 studenten zie je wekelijks.

2. De hoofdfase

Deze fase bestaat uit drie semesters. Je werkt op dezelfde manier als in de propedeutische fase. Zo is leren via feedback wederom belangrijk. In de hoofdfase werk je verder aan de vijf bekwaamheden van de leraar basisonderwijs en de kennisbases van de verschillende basisschoolvakken.

Onderstaande onderwijseenheden krijg je in de hoofdfase van je studie.

Semester 3

  • ‘Creatieve kracht’. In deze onderwijseenheid vergroot je je kennis, vaardigheden en inzichten ten aanzien van de creatieve ontwikkeling van leerlingen. Je leert dat creativiteit betrekking kan hebben op alle leergebieden en je leert hoe je creativiteit bij leerlingen kunt stimuleren.

Semester 4

  • ‘Leren voor het leven’. Je werkt aan het begeleiden van leerlingen bij het ontdekken van de wereld en hun plek daarbinnen.
  • ‘Afstemmen op onderwijsbehoeften’. In deze onderwijseenheid leer je hoe je kunt werken vanuit de verschillende onderwijsbehoeften van leerlingen, door inzet van formatief handelen.

Semester 5

  • ‘Leren voor het leven’. In het tweede deel van deze onderwijseenheid leer je vorm te geven aan actief (wereld)burgerschap in de klas. Je leert hoe je samen met leerlingen kunt werken aan een betere, duurzame wereld.
  • ‘Afstemmen op onderwijsbehoeften’. Hier werk je verder aan formatief handelen, dit keer gericht op het onderwijs in subgroepen en ondersteuning voor individuele leerlingen.

In alle onderwijseenheden gaat het erom hoe je het geleerde toepast op je eigen stage op de basisschool. Naast de onderwijseenheden volg je wederom studiecoaching, trainingen, doe je aan zelfstudie, leer je van toetsen en is er een keuzeaanbod aan extra cursussen.

3. De afstudeerfase

De afstudeerfase bestaat uit drie semesters (6,7 en 8), waarvan semester 6 al plaatsvindt in leerjaar 3 en semester 7 en 8 in leerjaar 4. In de afstudeerfase maak je verdere stappen in je ontwikkeling naar een zelfsturende professional met een bewuste profilering. In deze fase kun je, aan de hand van jouw interesses of ambitie, drie minoren van elk een semester volgen. Hieronder lees je meer over de minoren.

Toetsing en werkvormen

Tijdens de opleiding werken we niet met losse toetsen, maar met programmatisch toetsen. Hierbij bouw je een digitaal portfolio op en laat je je ontwikkeling zien via feedback van docenten, medestudenten, mentoren en zelfreflectie. Aan het eind van elk semester doe je een assessment om 30 studiepunten te verdienen.

Belangrijk om te weten:

  • Je hebt per assessment twee herkansingsmomenten, terwijl je gewoon verder kunt metj e studie.
  • Werken met een digitaal portfolio vraagt om een actieve leerhouding. Je wordt hierin begeleid door een studiecoach.
  • Er zijn geen losse eindtoetsen per vak, maar er bestaan wel landelijke toetsen en kennistoetsen.

Praktijkleren tijdens de pabo opleiding

De praktijk speelt in alle studiejaren een belangrijke rol. Daarom loop je meteen in het eerste jaar al één dag in de week stage, afgewisseld met een aantal volledige weken. De stages in je eerste jaar zijn bedoeld als kennismaking met het vak. Op de Marnix Academie noemen we de stage ‘praktijkleren’, je leert immers in de praktijk. Op de basisschool leer je van de kinderen en de leraren door observatie, samendoen en natuurlijk ‘zelf doen’. Je bereidt je onderwijsactiviteiten voor die je vervolgens zelf geeft. Je leert hoe je kennismaakt met een groep en hoe je een relatie met de leerlingen opbouwt.

In het tweede jaar experimenteer je met nieuwe werkvormen en vernieuwende vakdidactieken. Je verdiept je in de diverse onderwijsbehoeften van kinderen en leert hoe je jouw lessen daarop kunt afstemmen. Je ontwerpt lessen-series en leert de creativiteitsontwikkeling van kinderen stimuleren.

Vanaf het tweede leerjaar doe je twee dagen per week aan praktijkleren op een basisschool. Op deze school werk je aan leertaken die bij je onderwijseenheden horen en aan je persoonlijke ontwikkeldoelen. Je werkt in het derde jaar steeds meer toe naar het zelfstandig verzorgen van hele dagen en aaneengesloten dagen onderwijs.

Als vierdejaars student ben je in staat om zelfstandig te functioneren in de klas en in het lerarenteam. Een goede begeleiding blijft hierbij natuurlijk belangrijk, daarom blijft de mentor als coach bij je praktijkleren betrokken.

Partnerschap met basisscholen

Je wordt opgeleid door de Marnix Academie én door de basisschool waar je stage loopt. De academie vormt een partnerschap met zo’n 375 basisscholen. Op deze pagina vind je meer informatie over onze partners in opleiding en ontwikkeling (POO) en op welke basisscholen in Midden-Nederland jij terecht kunt. Omdat de pabo en de basisschool nauw met elkaar samenwerken, zijn de lijnen kort en kun je snel om hulp of feedback vragen.

Stage in het buitenland

Als voltijdstudent maak je in het tweede jaar een internationale studiereis waar ook deeltijdstudenten aan kunnen meedoen. In het derde of vierde jaar kun je kiezen voor een Engelstalige minor of een buitenlandse studie- of stageperiode. Zo krijgt je opleiding een internationale dimensie die aansluit bij jouw ontwikkeling.

Tijdens internationale studiereizen in het tweede jaar bezoek je gedurende een week een land binnen of buiten Europa en leer je het onderwijs in andere culturen kennen. Je vergelijkt het buitenlandse onderwijs met het Nederlandse en maakt kennis met de cultuur en samenleving. Dit is een mooie kans om te ontdekken of een langere studie- of stageperiode in het buitenland bij je past.

De Marnix Academie biedt twee Engelstalige minoren aan waarin je samenwerkt met internationale studenten:

  • Special Educational Needs (Fall semester): onderwijs aan kinderen met specifieke behoeften
  • Kids for Change (Spring semester): kinderrechten in het onderwijs

Deelnemende studenten komen uit verschillende landen, zoals Duitsland, Denemarken, Griekenland en Oostenrijk.

Voor een minor inclusief buitenlandperiode kun je bij partner-universiteiten van de Marnix Academie binnen Europa studeren en mogelijk een Erasmus+ studiebeurs krijgen. Ook voor stages in binnen- en buitenland, zoals België, Malta, Nepal en Suriname, zijn er mogelijkheden met financiële ondersteuning en beurzen.

De Marnix Academie ondersteunt internationalisering met:

  • De Marnix-voucher: inzetbaar voor studiereizen of stages binnen bachelor, master en Ad PEP
  • Erasmus+ beurs: voor studie of stage binnen de Europese Economische Ruimte (EER)
  • NL Scholarship: voor stages buiten de EER

Zo krijg je financiële steun tijdens je internationale ervaring.

Minoren

In de afstudeerfase van deze opleiding kun je minoren volgen. Iedere minor richt zich op de bekwaamheden van de leraar basisonderwijs, maar elk met een andere inhoudelijke thematiek. Met jouw minorkeuze geef je jouw pabo-diploma nog meer kleur. Je kunt een minor volgen bij een andere hogeschool of universiteit en je hebt de mogelijkheid om onder voorwaarden een half jaar eerder af te studeren.

Minoren op de academie

  • Wetenschap & technologie
  • Wiskunde & motivatie
  • Specialist bewegingsonderwijs
  • Special educational needs & inclusion
  • Cultuur & identiteit
  • Pedagogische kracht
  • Kids for change
  • Kunst & creativiteit
  • Het oude kind (10 t/m 14 jaar)
  • Gespecialiseerd onderwijs
  • Het jonge kind (2 t/m 7 jaar)
  • ICT & digitale geletterdheid
  • Stadsbekwaam

Minoren in de praktijk

  • Vrijeschool onderwijs
  • Stadsbekwaam
  • Gespecialiseerd onderwijs

Minoren elders

  • Kies op maat (minor op een andere hogeschool in Nederland)
  • Studeren buitenland (minor in het buitenland)
  • Crossing Borders (internationale stage)

Bekijk de visuele weergave van de minorenOpent in een nieuwe tab:

Hulp en begeleiding tijdens je studie

Elke student krijgt vanaf het begin van de opleiding een studiecoach toegewezen en heeft wekelijks contact met een kleine groep van maximaal vijftien studenten. Daarnaast zijn er algemene ondersteuningsmogelijkheden zoals een decaan, counselors en vertrouwenspersonen. Zo staat er altijd iemand voor je klaar om je te begeleiden, zowel bij studievragen als bij persoonlijke zaken.

Tijdens het praktijkleren word je ondersteund door de groepsleerkracht van jouw stageklas (je mentor). Daarnaast is er de schoolopleider die voor een rijke leeromgeving op jouw stageplek zorgt. Vanuit de opleiding is er een instituutsopleider die de verbinding met de stageschool onderhoudt.

Met meer dan 370 partnerscholen in Midden-Nederland biedt dit netwerk stevige ondersteuning. We willen je vanaf dag één helpen groeien tot een zelfsturende professional. Tegelijk beseffen we dat je nog volop leert en daarom krijg je de begeleiding die je nodig hebt.

Student aan tafel

Wil je meer informatie?